Een Leisure Lab voor de Veerkrachtige Stad

Leisure speelt een essentiële rol in de stedelijke omgeving. Je zou de stad kunnen zien als plaats waar mensen hun thuis hebben en waar ze hun brood verdienen. Pas als ze tussen de woningen en kantoren in hun leven gaan leiden dan krijgt het leven in de stad betekenis voor mensen. Leisure gaat over samenleven en het ervaren van dat wat het leven waardevol maakt. Onze opleiding houdt zich bezig met de betekenis en invulling van deze stedelijke vrijetijd.

Als Leisure opleiding zien we het onze taak om bij te dragen aan een levendige en leefbare stedelijke ontwikkeling. Je kan dan denken aan lovable activiteiten zoals uitgaan, ontspanning, winkelen en museum bezoek. Maar ook aan livable initiatieven zoals bibliotheken, buurthuizen, cultuurprogrammering of politieke manifestaties. Vaak overlappen deze topics natuurlijk. Leisure is tegenwoordig een vloeibaar begrip waarin traditioneel vrijetijdsaanbod over grenzen heen kijkt (cross-sectoraal), waarin leisure wordt ingezet om je persoonlijk te ontwikkelen, of waarin de vrijetijdsbesteding en vrijetijdsbehoefte zelf bevraagt wordt om zo tot nieuw aanbod of zelfs nieuwe werkvelden te komen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat we in een tijd van snelheid, stress en (media)geweld studenten moeten opleiden die opkomen voor het recht voor pure vrijetijd en het recht om te lanterfanten.

Binnen de muren van het academie gebouw.

Vertaald naar de onderwijspraktijk van Leisure en Events Management (LEM) aan de Rotterdamse Willem de Kooning Academie zie je een leergemeenschap die krachtige Leisure Producenten opleidt voor, in en met de stad. In de 4 jaar dat ze op de WdKA zitten leren de studenten hun rol te pakken als creatief-zakelijk leider. We zien de stad als podium voor een divers aanbod dat het leven in de stad betekenis geeft. Als ontwerpers van deze programma’s werken we samen met verschillende organisaties, bedrijven, bewoners en bezoekers om proposities te ontwikkelen en werkelijkheid te maken. Het experiment buiten de muren van academie speelt een belangrijke hierbij.

Maak de schoolmuren rekbaar

Het onderwijsmodel van de Willem de Kooning Academie zorgt ervoor dat het werken aan maatschappelijk relevante opgaven een integraal onderdeel is van onze onderwijspraktijk. We noemen dit Practice based education (https://www.wdka.nl/practices). Voor LEM betekent dit dat we ons verbinden aan de belangrijke vraagstukken die in onze werkvelden bestaan. We bewegen in de stad waar we ons thuis hebben: Rotterdam. Een stad die naast een sterk kunst- en cultuuraanbod en levendige winkelgebieden ook te maken heeft met vragen rondom gentrificatie, identiteit, superdiversiteit, duurzaamheid en placemaking.

Projectonderwijs op locatie. (foto: DF)

Verbinden aan de thema’s bedoelen we trouwens niet slechts theoretisch. Als opleiders voelen wij een urgentie, een verantwoordelijkheid om samen met verschillende stakeholders actief te experimenteren met programma’s die aansluiten op deze vraagstukken. Daarom gaan wij als opleiding duurzame relaties aan met verschillende partijen in de stad. De studenten leren zo in een authentieke omgeving met real-life feedback. De theorie wordt direct getest aan de praktijk, maar ook andersom wordt de praktijk weer teruggehaald binnen de schoolmuren. We leren van elkaar met als bijkomend resultaat actieve experimenten met nieuwe vrijetijdsprogramma’s voor de livable en lovable stad.

De Comeniusbeurs is voor mij een investering in een maatschappelijk-bewust onderwijskundig concept. En waar anders dit experiment aan te gaan dan in Rotterdam, de stad die het krachtenveld van stedelijke context belichaamt.

Maarten  Jan van ‘t Oever (docent en Comenius Fellow)

Het Leisure Lab voor de Veerkrachtige Stad heeft ons ruimte gegeven om samen met studenten, organisaties en bewoners deze manier van werken radicaal uit te proberen. We hebben een volledig collegejaar het projectonderwijs buiten de muren van de academie geplaatst. We hebben ons tijdelijk verbonden aan verschillende plekken in Rotterdam met als uitvalsbasis Het Gemaal in de Afrikaanderwijk met ontdekkingsreizen naar Hillesluis, Bloemhof en Katendrecht. Een groep van 27 studenten hebben zich vrijwillig aangesloten bij het Leisure Lab en de 3 docenten die dit hebben begeleid*.

Onderwijs in de stad versnelt het nieuwe elan.

Wat we in het Lab zagen gebeuren was onder andere dat de leercurve van de studenten sneller ging. Tijdens de Lab periode zijn verschillende activiteiten ontwikkeld  zoals workshops, podcasts, gesprekken en rondleidingen. De studenten droegen actief bij aan de stad als podium en ze zorgden voor reuring.
Wat vooral opviel was dat ze veel sneller de nuances van het werkveld doorhadden, hoe de hazen lopen. Als 2e jaars hadden zij al snel in de gaten hoe je beleid kan beïnvloeden door het organiseren van gerichte programma’s. Als de studenten dit al leren gedurende hun opleiding, door ervaring op te doen in de stad met vragen stellen aan bijvoorbeeld de wethouder of advies te geven aan de Raad van Cultuur, dan dragen zij bij aan een sterke cultuur voor startende makers en organisatoren.

De stad als podium.

Je ziet dat bijvoorbeeld bij het team van Jezelf op Zuid. Zij agenderen iets dat er nog amper was, namelijk goed beleid rondom homoseksualiteit op Zuid. De politiek pikte hun verhaal op en zij zijn nog altijd in gesprek met de beleidsmakers. Ook de makers van Zuiderwind beïnvloeden het stedelijk cultuurbeleid door de kracht van jonge makers en hun rol in de informele cultuur bloot te leggen via hun podcast serie in samenwerking met Theater Zuidplein.

 

*het Leisure Lab voor de Veerkrachtige Stad is mogelijk gemaakt door het Comeniusprogramma en de toegekende Teaching Fellows beurs (https://www.nro.nl/onderzoeksprogrammas/comeniusprogramma)

 

Zijn, waar het gebeurt

Het eerste Leisure Lab is neergestreken in de karakteristieke locatie Het Gemaal op Zuid in de Afrikaanderwijk in Rotterdam. Zevenentwintig 2e jaars studenten van de opleiding Leisure & Events Management kozen voor dit avontuur. Zij ontdekten wat dichtbij en middenin staan betekent voor het ontwerpen en uitvoeren van projecten voor de stad.

Toen de uitnodiging van het lab kwam, twijfelde Merel geen moment. Even iets anders dan de academiemuren, iets nieuws en in de stad. Ze kijkt terug op een mooie tijd en raadt iedereen aan meer de stad in te gaan. Je ontdekt zoveel meer als je er midden in staat. Alleen al de locatie van het Gemaal bruist. Er wordt gekookt, fietsen worden gerepareerd en in het naaiatelier maakt een groep dames in opdracht verschillende kledingstukken. Regelmatig zijn er bijeenkomsten vanuit initiatieven uit de wijk of wordt een nieuwe expositie ingericht. Het Gemaal is een echte ontmoetingsplek waar altijd iemand is voor een praatje. Het is een komen en gaan van bewoners van de wijk. De levendigheid en dynamiek van de locatie alleen al zorgen voor inzichten. Bovendien is het makkelijker om een gesprek aan te gaan.

Expertise zit gewoon letterlijk naast je op de bank

 Elise

De plek daagt uit om de buurt te verkennen. Even een rondje lopen voor inspiratie of gewoon een visje halen op de markt en de energie van de wijk proeven, dragen bij aan de leerervaring. Merel herinnert zich een aantal mooie gesprekken met buurtbewoners over het onderwijs, de gevolgen van gentrificatie en hoe de wijk vroeger was. Dit levert niet direct informatie voor haar vraagstuk over toerisme op, maar ze krijgt een mooi beeld van wat er leeft en speelt in de omgeving.

Standplaats Het Gemaal op Zuid

Het Gemaal op Zuid

Het Gemaal op Zuid is een levendige plek waar allerlei activiteiten naast elkaar plaatsvinden. Samen met verschillende partners zorgt de Afrikaanderwijk Coöperatie ervoor dat dit markante gebouw voor collectief gebruik, programmering, kennisdeling en wijkbijeenkomsten behouden blijft.

Verschillende perspectieven

Voor Jodie en Abigail is het niet anders. Zo liepen ze met elkaar over de Afrikaandermarkt toen ineens opviel dat Jodie de enige was met rood haar. Ineens was er het besef dat er veel verschillende mensen zijn en dat je dus zoveel meer perspectieven hebt waarvan uit je kunt kijken.  Het werken aan het project op locatie maakt dat je er echt middenin staat. En dat levert toch echt iets anders op dan af en toe een bezoekje brengen. In het begin van het project lag de focus van Abigail op duurzaamheid. Hoe kun je iets betekenen voor duurzaamheid in de Afrikaanderwijk? Ze kwam er al snel achter dat de behoefte aan duurzaamheid, in de zin van bijvoorbeeld het afval scheiden of zelf groenten verbouwen, een stap te ver is. Een bewoner die moeite heeft met rondkomen, is niet direct bezig met het scheiden van plastic. Voor hem telt dat je een euro maar één keer uit kunt geven. Dit besef leverde Abigail op dat ze te veel vanuit haar eigen perspectief dacht, niet vanuit de behoefte van de bewoner.

Ik ben zeker niet wereldvreemd maar het is goed om uit je eigen bubbel te stappen

Jodie

Jodie geeft aan dat ze uit een klein dorp komt waar je binnen drie keer struikelen doorheen bent. Dat is echt even iets anders dan een grote wijk in een grote stad. Ze heeft het goed en kent geen grote zorgen. Ze realiseert zich dat wat voor haar  belangrijk is, voor iemand die bijvoorbeeld met veel minder rond moet komen, misschien totaal niet relevant is. Dat betekent dat je met een project iets leuks kunt verzinnen, wat niet aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. En dan sta je met lege handen. Met het lab sta je midden in een wijk en ervaar je hoe groot de verschillen kunnen zijn. Je kijkt niet vanaf drie hoog van de academie over de stad en dat heeft echt haar ogen geopend, stelt ze.

Zijn waar het gebeurt.

Hoewel ze zichzelf zeker niet wereldvreemd wil noemen, is het goed om uit je eigen bubbel te stappen. In het Gemaal is er veel reuring door de verschillende activiteiten. Je ziet regelmatig dezelfde bewoners even binnenkomen. Door er te zijn, voel je hoe belangrijk de plek is voor de wijk. Het is een mooie locatie waar de community elkaar kan ontmoeten.

Vrijer en gerichter

Tom stelt dat het lab vrijer is en niet beperkt door de muren van een klaslokaal. Tenminste, zo voelt het voor hem. Je zit in een wijk, loopt er elke week doorheen en wordt gestimuleerd om naar buiten te gaan voor onderzoek. Je leert andere mensen kennen, die je niet direct op de academie tegenkomt en dat zorgt voor betrokkenheid. Eigenlijk vindt hij het ook een beetje gek als je een project voor Zuid doet en je zit op Blaak of in West. Nu bouw je op de locatie waar je ook content voor creëert.

De ideeën krijgen sneller vorm op locatie. Je bent er al en vandaar uit ga je zoeken en ontwerpen

Dyon

Dyon is van mening dat het lab op deze locatie helpt om focus aan te brengen. Je verdiept je specifiek in dat stukje van de stad. Je leert het echt kennen. Het bewust kiezen voor een bepaalde plek geeft richting en daagt tegelijkertijd uit iets anders te kiezen dan wat je normaal zou doen. Jezelf op Zuid (één van de projecten) is ontstaan, omdat op Zuid weinig tot geen aanbod werd gezien voor de lhtbq+-community. Hoe komt dit? Is er wel of geen behoefte? Je gaat echt de diepte in om uit te vinden wat het vraagstuk inhoudt. Wat je er mee kunt. Je ervaart dat een vraagstuk complex is en vanuit meerdere perspectieven bekeken kan worden. Er is niet één ideale oplossing, maar altijd dragen meerdere dingen bij aan het doel. 

Wij kiezen voor Zuid en blijven bij Zuid

Lana

Richard is opgegroeid in Rotterdam Zuid. Met het Lab kon hij zich helemaal in één van de wijken vastbijten. Het gesprek aangaan met mensen die een mening hebben over de wijk, de ontwikkelingen en de creatieve sector. Een kans om de diepgang te vinden en betekenis te geven. Dit heeft veel inzichten opgeleverd over de current state van het gebied. Zo is het zaadje van het project Zuiderwind, de podcast, ontstaan door het bijwonen van de eerste live cultuurtalkshow in het Gemaal. De talkshow legde veel geluiden bloot over cultuurparticipatie in de wijk. Waaronder die van theatermaker Boyd Grund. Hij voelde zich niet goed betrokken bij de ontwikkelingen, niet gehoord en wist niet goed waar hij met zijn ideeën naar toe kon. Dit gaf een push om iets te bedenken waarbij de creatieve community van Zuid met elkaar in dialoog kon gaan.

Inspiratietour in Berlijn bij Berlin Braves.

Tijdens de studiereis naar Berlijn zijn plekken als Betahaus en Berlin Braves bezocht. Die best practices, initiatieven die sterk gericht zijn op het bouwen van communities, hebben Zuiderwind meer vormgegeven. Richard ziet veel waarde voor het leerproces als je werkt vanuit het gebied waar je zit. Je leert de mensen kennen. Welke relaties er zijn. Je ontdekt de vraagstukken die er spelen en uiteindelijk kun je daar programma van maken. Je overbrugt als het ware vanuit sociologisch en maatschappelijk onderzoek naar artistieke invulling.

Het lab is een middle man door het koppelen van mensen en initiatieven uit de praktijk

Richard

Vraag Maarten Jan naar zijn ervaring van het lab en hij begint vol enthousiasme te vertellen. Maarten Jan is initiatiefnemer, projectleider en hij heeft samen met Linda het eerste lab begeleid. Het lab startte al voor dat het echt begon. Bij de live cultuurtalkshow in Het Gemaal was bijna de helft van de studenten van het Lab al aanwezig. Je stapt er eigenlijk direct met elkaar in. Beide, student en docent, zijn onderdeel van wat er aan de gang is in de wijk. De gesprekken gaan vrijwel direct over wat je ziet en de thema’s die spelen. Meer een gesprek als professionals die met elkaar iets gaan brengen. Regelmatig kregen ze de vraag: “Mag dat ook?” Natuurlijk, ga het maar uitvinden. Onderwijs kan zo een gezamenlijke ontdekkingstocht zijn. Met elkaar wandelend door de wijk richting de Oude Hilledijk had ieder zo zijn eigen vragen. In de voormalige winkel van Intertoys werd de kelder letterlijk met de zaklampen op de telefoon verkend. De energie in de groep was voelbaar: “Wat kunnen we hier allemaal voor moois maken!?”


De eerste live cultuurtalkshow terugkijken?

 

Blijvend programma voor de stad

Een safe space op Zuid waar je jezelf kunt zijn en een podcast om de informele cultuur een stem te geven, zijn de projecten die hun programma voor de stad doorzetten. Jezelf op Zuid en Zuiderwind hebben mooie plannen op stapel staan.

Jezelf op Zuid

Jezelf op Zuid rondde het Lab af met een welverdiende 10, deskundig. Het team is verder gegaan dan de gevraagde criteria. Ze zijn gestart met de vraag waarom er geen uitingen van homoseksualiteit te zien zijn op Zuid. Aan het einde van het jaar heeft het team een sterk programma ontwikkeld met goede zichtbaarheid op social media, zijn zij gesprekspartners van beleidsmakers, staat de organisatie met duidelijke rollen als een huis en hebben zij in Dona Daria een samenwerkingspartner gevonden. Jezelf op Zuid heeft gekozen om door te gaan. Hoe? De projectleden komen hieronder aan het woord. Bekijk het jaaroverzicht van het eerste jaar Jezelf op Zuid.

Jezelf op Zuid is zijn wie je wil zijn

In jaar 3 zijn Lana, Elise en Eline bij project verdergegaan met Jezelf op Zuid. Elise vindt het grappig om te ervaren dat binnen de opleiding niet iedereen Jezelf op Zuid kent. Het was ook best lastig om Jezelf op Zuid te introduceren bij een nieuwe docent. Hoe leg je in het kort en aantrekkelijk een heel jaar werk uit? Er is een lijst met de ondernomen stappen, maar deze was lang niet compleet. Sommige activiteiten waren ze zelf ook vergeten. Er kan dus meer en beter gedocumenteerd worden luidt de eensgezinde conclusie. Het grote verschil met vorig jaar tijdens het lab is de zelfstandigheid. In jaar 2 bouwden ze door op de feedback van Maarten Jan en Linda, maar in jaar 3 doet de projectgroep het volledig zelf met hun samenwerkingspartner Dona Dario. En wat ook echt anders is, is natuurlijk de flexibiliteit. Met de start van corona zijn de activiteiten omgegooid van fysiek naar online. In dit studiejaar zelfs nog meer. Binnen een week moest een volledig fysiek event omgeschakeld naar een online meeting. Het team is goed op elkaar ingespeeld en kent duidelijk het doel. De omschakeling ging soepel en super om dit met elkaar te ervaren.

Spreek je droom uit!

De grootste stap in jaar 3 is het starten en formaliseren van de samenwerking met Dona Daria. Hoewel het contact er al was, waren er nog geen concrete afspraken gemaakt. Er was tijd nodig om meer mensen te spreken, waaronder  bijvoorbeeld iemand van de gemeente. Zo is een nog duidelijker beeld ontstaan voor de volgende stap: Jezelf op Zuid wil een safe space. Mensen sluiten aan, nu dit hardop is uitgesproken. De bibliotheek en theater Zuidplein helpen en zoeken mee naar een ruimte. Met Dona Dario is de samenwerking beklonken in Jezelf op Zuid x Space en een eigen logo. Space is de jongerentak van Dona Daria. Space is een programma om middels trainingen en trajecten in Space Academy ruimte te bieden aan verhalen en ideeën van Rotterdamse jongeren. De trainingen reiken tools aan voor gesprekken en voor het opzetten van een project. Op het moment van het interview, volgen de projectleden de training. In februari 2021 starten drie projecten, waarvan Jezelf op Zuid er één is. Jezelf op Zuid x Space wil meer jongeren betrekken om samen te bouwen aan de safe space. De meiden zijn zich bewust dat ze wit zijn, zelfs alle drie met blauwe ogen. Ze zoeken naar diversiteit, zodat iedereen zich kan herkennen.

Space was er gewoon ineens. Gertjan, de oprichter van Dona Dario kwam, na een leuk gesprek, ineens terug met een poster van Space. Hij gaf een stagiaire een opdracht en toen was het er. Eigenlijk binnen een jaar, want we kennen elkaar sinds afgelopen februari.

Programmering

Een van de projecten is de boekenclub, een maandelijks evenement over het thema interseksualiteit. De bibliotheek heeft Space Academy boeken geschonken die gaan over het thema interseksualiteit. Jezelf op Zuid is gevraagd om een maandelijks programma te maken voor de boekenclub. Het doel is om de thema’s uit de boeken meer te verkennen, de boeken met elkaar te bespreken en elkaar te ontmoeten. Elke deelnemer leest een ander boek en wordt gevraagd een korte videopitch te maken om het boek kort aan te prijzen. Waarom is het boek de moeite waard en waar gaat het over? Zo wordt mooie content verzameld en maken meer mensen kennis met het boek. Voor het event worden de lezers uitgedaagd een stapje verder te gaan en een korte samenvatting te maken over het boek en het thema. Dit kan van alles zijn: een gedicht, video, poster, foto, performance, muziekstuk, installatie of gewoon een geschreven a4. Alles mag. Tijdens het event worden de verschillende samenvattingen getoond. Ze dienen als inspiratie en zetten het thema breed neer. In dialoog met een spreker en het publiek wordt het thema verkend. Het event wordt vastgelegd in een videoverslag, zodat meer mensen deelgenoot kunnen worden. Het mooie van het idee is dat het event on- en offline kan. Liever niet online, maar het is goed om deze optie te hebben. Het programma staat tot en met december in de grondverf. Bij het programmeren is goed gekeken hoe de thema’s kunnen aansluiten bij specifieke momenten en andere events.

Meer weten? Check hier.

Ik ben nu een boek aan het lezen over toxine masculinity en in november is een nationale mannendag. Een mooi moment om het boek-event aan te linken.

Lana

Verder worden regelmatig interviews met beleidsmakers en initiatiefnemers georganiseerd met betrekking tot relevante projecten en vraagstukken. Ook het idee van het magazine NEEF -nu nog even in de ijskast-  past in het traject. Een magazine claimt niet direct een plek, maar kan wel helpen voor de doelgroep om zich gehoord en gezien te voelen. Wie weet, wordt dit vervolgd.

Jongeren van 18 – 25 jaar vormen de doelgroep van Space academy. Deze doelgroep bestaat vooral uit studenten van Hogeschool Rotterdam, met name social work of creatieve opleidingen zijn vertegenwoordigd. En natuurlijk studenten van de opleiding Leisure & Events Management. Het is goed om te kijken hoe andere studenten van andere opleidingen te betrekken en uit te nodigen, ook van het mbo. Zo’n 4000 mbo’ers schijnen een stage te zoeken. Hoe mooi zou het zijn als er een multidisciplinair team ontstaat van mbo’ers en hbo’ers? Dan kun je nog grotere dingen neerzetten. De komende tijd is het spannend om alle ideeën vorm te geven. Niet alleen qua tijd is er minder ruimte, omdat naast project vakken worden gegeven. Het is ook spannend om Jezelf op Zuid, toch een beetje je kindje, met nieuwe mensen te delen.

Zuiderwind, het vervolg

Het project Zuiderwind heeft tijdens het lab een serie podcasts gemaakt en hiermee de informele cultuur van Zuid een stem gegeven. Helaas heeft corona de plannen om een live talkshow te maken, doorkruist. Gelukkig heeft Zuiderwind een doorstart gemaakt en neemt Richard ons mee in deze ontwikkeling.

Hij is in jaar 3 stage gaan lopen als assistent coördinator van de huiskamer van Theater Zuidplein. In het projectplan zag hij haakjes waar het project Zuiderwind goed zou passen. Zuiderwind kan de vakmensen van het toekomstige programma interviewen om een mooi beeld te geven over het vak aan de hand van de voorstelling. Het programma van Zuiderwind introduceert hiermee de huiskamer, het nieuwe pand en bindt nieuw publiek aan zich. Het idee kwam iets te snel. Er stond nog een grote opening van het nieuwe pand op het programma. Alleen met de volledige lockdown in november kwam er ruimte. Zuiderwind is ideaal voor online content.  Er kwam budget om aan de slag te gaan.  In no time hebben Boyd en Richard het programma voor de nieuwe serie podcasts gerealiseerd. Het is erg handig dat Boyd zoveel mensen kent uit de sector. Dit zorgt dat je snel een mooi programma hebt. Bekende namen zijn geprogrammeerd, zoals actrice en theatermaker Romana Vreede en de kersverse artistiek leider van Maaspodium en theatermaker Carole van Ditzhuijzen. Ook minder bekende mensen als acteur Sandro Lima en filmmaker Reggery Gravenbeek kwamen praten over hun nieuwe projecten. Het is een mooie serie geworden. En natuurlijk leer je iets. Nu waren sommige uitzendingen misschien wel iets te familiair, meer een onderonsje tussen twee goede bekenden uit het vak.

De Podcasts van Zuiderwind.

 

Nu  breekt de volgende fase aan. Waar willen de makers heen met Zuiderwind? Misschien krijgt Zuiderwind een andere vorm. In de eerste serie kreeg de informele cultuur een stem door ook bewoners te betrekken. De tweede serie heeft meer de mensen uit het theaterlandschap belicht. Zuiderwind is welkom in theater Zuidplein. Het theater programmeert meer sociaal maatschappelijke programma’s. Wil Zuiderwind daarop aanhaken? Boyd en Richard hebben verschillende ideeën. Zo denken ze aan een live event met meer uitwerking van de besproken thema’s. Dat houdt in dat er meer redactie gevoerd moet worden. Welke onderwerpen kaart de programmering van theater Zuidplein aan? Elke voorstelling heeft zijn eigen verhaal. Deze thema’s kunnen centraal staan bij Zuiderwind. Bij het live event kunnen verschillende gasten met elkaar hierover in gesprek gaan. Je kunt ook initiatieven en organisaties uit de wijk uitnodigen die zich bezighouden met het thema. En zo zijn er nog wat ideeën. Voor de komende serie is budget nodig. Dus wordt er gewerkt aan een aanvraag. Komende tijd wordt duidelijk welke Zuiderwind de mannen laten waaien. Meer weten … check hier de instagram

Door de huiskamer is er ruimte om te experimenteren. In het begin hoorde ik nog veel de usual suspects maar nu niet meer. Dat is mooi om te zien. Er wordt echt gezocht naar de informele cultuur en andere narratieven.

Richard

De locatie Huiskamer is een mooi thema. In de aflevering met de nieuwe artistiek leider Carole van Ditzhuijzen van Maas podium komt dit ook ter sprake. Wat is een huiskamer en wat kan deze betekenen voor kunst en cultuur? Er zijn meerdere initiatieven die daar mee bezig zijn: een hub creëren waar verschillende subculturen elkaar kunnen ontmoeten zodat vandaar uit weer nieuwe dingen kunnen ontstaan. Dit is bijvoorbeeld hoe Mono in Noord vanaf haar eerste dag werkt. En wat maakt nu het verschil tussen een huiskamer bij Mono, Theater Zuidplein of Maas podium?

 

Aflevering met Carole van Ditzhuijzen terugluisteren?

Artikel AD: Nieuwe bieb in theater Zuidplein wordt nu al de huiskamer van Rotterdam Zuid genoemd.

Heb je een plan voor culturele programmering in een van de Rotterdamse wijken? Cultuurconcreet kan je hierbij financieel steunen en adviseren. Bij de lokale community The Awesome Foundation Rotterdam kunnen goede ideeën voor een nog leuker, mooier, fijner, socialer Rotterdam, tijdens een pitch-avond 1.000 euro ontvangen. En jaarlijks is er het initiatief om mooie plannen van energieke Rotterdammers te steunen: Citylab010.

 

 

 

 

 

Didactische opbouw van het project

Hoe is het project opgebouwd en waarom is hiervoor gekozen? Voor de eerste pilot van het leisure lab voor een veerkrachtige stad is gekozen om te werken vanuit de principes van design thinking, een iteratief proces waar de gebruiker centraal staat. Dit is een logische manier van organiseren als je start vanuit een leeg canvas. In dit geval start het lab met een frisse blik vanuit de Afrikaanderwijk met al zijn kleuren en vraagstukken. Het proces is wendbaar en geeft ruimte aan verschillende manieren van ontwerpen.

Positioneren en manifesteren

Het proces is verdeeld in twee terms waarin twee keer de double diamond van design thinking: onderzoek & ontwerp wordt doorlopen. De eerste diamond staat in het teken van juiste informatie verzamelen om iets passends voor de gebruiker te kunnen ontwerpen. De tweede diamond geeft inzicht in hoe je het ontwerp het beste realiseert voor de gebruiker. Design thinking is een proces van divergeren (verzamelen) en convergeren (keuzes maken). Je ontdekt de vraag, stelt deze opgave scherper, test en past het ontwerp aan. Specifiek gaan de studenten in term 1 aan de slag met positioneren. Ze onderzoeken wat hun fascinatie is, welke vraagstukken urgent zijn en voor wie deze dat zijn. Ze ondervinden welke positie zij willen innemen in het veld, welke rol en voor wie. De studenten testen ideeën uit en scherpen aan. Een duidelijke positie geeft een goed vertrekpunt voor term 2: manifesteren. Belangrijke vragen om te stellen:

  • Hoe ga je van prototype naar business case?
  • Welke organisatievorm hoort daarbij?
  • Heeft elk teamlid een duidelijke rol?
  • Wat kost het om het idee te lanceren en waar halen we geld vandaan?

Aan het einde van deze term kiezen de studenten of zij hun projecten archiveren, overdragen aan een volgend team of zelf opschalen.

Start met eigen fascinatie

Een belangrijke start van het project is de ontdekking van de eigen fascinatie. De Amerikaanse filosoof, socioloog, onderwijshervormer en denker John Dewey is een inspiratie. Veel van zijn theorie overlapt met de visie van de opleiding op onderwijs. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

  • Leg de nadruk op leren door te doen dus ervaringsgericht leren;
  • Focus op probleemoplossing en kritisch denken, op samenwerkingsprocessen en samenwerkend leren;
  • Gebruik actuele vraagstukken van een gemeenschap en integreer deze in het dagelijkse curriculum;
  • Bouw een student-centered programma en onderwijs om sociale verantwoordelijkheid en democratie aan te kunnen.

In het huidige kunstonderwijs begint deze aanpak bij de student en de omgeving van de student. Een van de eerste opgaven is de student bewust te maken van de fascinaties die hem of haar in beweging zetten, fascinaties die intrinsieke motivatie stimuleren. Van daaruit wordt gezocht naar een common ground in (de omgeving van) de stad met als doel daar te  programmeren vanuit een leisure perspectief.

Tool: Leisure roots. (illustratie: DJK)

Wat zijn jouw Leisure roots? Hoe breng je jouw eigen vrijetijdscultuur in kaart? Map de soorten Leisure die je viert (tot 2 generaties terug). Hulpmiddel bij mapping Your Leisure-roots  in vrijetijdsgedrag.

 

Wat zijn jouw superpowers?
Vind je passie door de 8 prikkelende vragen van Warren Berger, schrijver van A More Beautiful Question. Hij verzamelde vragen, die top ontwerpers, tech innovators, ondernemers zichzelf stellen om hun creativiteit aan te wakkeren.

 

Het onderzoek richt zich de eerste vier weken van het jaar, naast de bewustwording van de eigen fascinatie en leisure beleving, op de interesse voor actuele grootstedelijke vraagstukken, zoals de nachtcultuur, gentrificatie, culturele diversiteit, winkelleegstand en stedelijke vernieuwing. Welke vraagstukken spreken je aan? Wat zou je verder willen onderzoeken? Of studenten voegen een eigen vraagstuk toe. Studenten onderzoeken verschillende perspectieven door wekelijks de focus op een ander aspect te leggen. Denk aan:

  • welk type gebruikers heeft met het thema te maken;
  • op welke specifieke locaties spelen de onderwerpen zich af;
  • welk programma is er reeds actief?

Zo krijgen studenten meer grip op het onderwerp en ontdekken waarom zij dit juist interessant vinden. Uiteindelijk vormen zij met medestanders voor een vraagstuk een groep en gaan aan de slag.

Itteratief onderzoek langs Design Thinking stappen.

Jouw eigen fascinatie, maakt wie je bent en dat inzetten is enorm waardevol.

Voor het onderzoek over het aanwezige programma is het hele studiejaar naar Antwerpen afgereisd. In de creatieve broedplaats De Winkelhaak startte het programma. Aan de hand van de methode Unconference maakten de studenten hun eigen programma voor de dag. Thema’s: stedelijke vernieuwing, leeg- en achterstand in de wijken en bruisende plekken met kunstenaars en creatieven. Belangrijke vragen: wie zijn de programmamakers, welke activiteiten zijn er en waar in Antwerpen komt het vraagstuk tot leven. Verschillende programmamakers uit de vier klassen presenteerden hun ideeën en de overige studenten haakten aan. Zo ging een groep met interesse in cultuurparticipatie op visite bij het community art project De Toren van Babel op de voormalige Slachthuissite. Deze dag leverde veel inspiratie op; bovendien zijn de eerste medestanders gevonden en groepjes gevormd.

Kunstenaars en onderzoekers van het collectief Aesthetics of exclusion hebben de esthetiek van gentrificatie onderzocht. Benieuwd? Je kan het zelf testen in de beta-versie van de app.

Context, positie en impact

Het gezamenlijke vraagstuk is gekozen en de groep is samengesteld. Welke informatie is er nog nodig? Het is goed om alle betrokken spelers in kaart te brengen. Hoe ziet het netwerk eruit? Welke nodes kun je toevoegen als je in de toekomst kijkt?  Een andere manier om het netwerk verder te doorgronden is te kijken vanuit een fantasie netwerk, what if… het niks zou kosten; what if… het programma virtueel zou zijn; what if… alle onderdelen illegaal; what if…?

Niets is zo dodelijk voor een project, als wanneer er geen urgentie in zit

De context is helder en het is tijd om impact te maken door een leisure programma te organiseren dat prikkelt, duwt, trekt of zorgt voor verandering. Hoe maak je het verschil en wat heb je hiervoor nodig? Waarom jullie, waarom nu, waarom daar en waarom voor die doelgroep?  En belangrijk. hoe presenteer je de samenwerking. Vanuit welke positie maak je impact? Opereer je als collectief, een stichting of sluit je aan bij een bestaande organisatie? Het programma wordt getest, vastgelegd, geëvalueerd en gevierd.

De impactscan van citylab010 biedt een mogelijke structuur om de impact duidelijk te benoemen.

Vergeet in het groepsproces de individuele kwaliteiten, ambities en fascinaties niet, deze geven het project extra glans

Manifesteren en communiceren

In de eerste term leren studenten produceren onder directe begeleiding. In term 2 gaan ze zelfstandig produceren. Ze maken van hun programma een businesscase vanuit een eigen organisatie en in samenwerking met een professionele partner.

De meeste groepen gaan in term 2 met elkaar en het gekozen vraagstuk door. Sommige studenten kiezen voor een ander vraagstuk en solliciteren bij andere groepen.  Of studenten formeren een nieuwe groep met een nieuw vraagstuk. Iedereen start met (her)oriënteren op het vraagstuk, het gemaakte programma en de gerealiseerde impact. Ze scherpen het programma aan door in te zoomen op de beleving, positioneren zich in de stakeholdersmap en brengen de waardenketen in beeld. Tegelijk bouwen de groepen aan zelfstandige organisaties, kiezen zij een eigen vorm en maken de afspraken formeel. De organisatie bestaat nu. Hoe zet je die in de wereld? Wat communiceer je, wanneer en hoe? Ook samenwerkingen krijgen duidelijk vorm en er is zicht op het financieren van het programma. Het programma wordt een aantal keer gemaakt en de functionele resultaten worden verwerkt in de businesscase. De aandacht ligt op het inzetten van de juiste expertises en het passende netwerk om optimaal de organisaties en hun programma’s te manifesteren.

De business case is een praktische vorm die waarde verbindt aan een vraagstuk. Het zorgt ervoor dat er iets in de wereld achterblijft wat het beter maakt. Het is een onderdeel van iets groters, waar de student of een ander, op door kan bouwen. Het is een kans voor de student om zich te positioneren als toekomstige producent voor een stage of een eigen organisatie naast de studie.

Een goed hulpmiddel om te werken aan een organisatie is creative business map

Visueel programma

Er is gekozen om het onderwijs van term 1 en term 2 te visualiseren in een planning met de onderwerpen, andere vakken en deadlines. Op de site mywdka staat per week vermeld waar je aan kunt werken, welke vragen je kunt stellen en welke tools beschikbaar zijn. De processen van de studenten lopen niet synchroon, maar door deze informatie kunnen zij zelf door het proces scrollen, kiezen en verdiepen. Het geeft de studenten houvast, biedt overzicht waar ze in het proces staan en inzicht hoe andere vakken met hun theorie en tools kunnen bijdragen aan het project. Zie bijlage visual term 1 en visual term 2.

Ik vind het prettig om de grote lijnen te kunnen zien, informatie te krijgen en dat ik zelf aan de bel moet trekken als ik iets meer nodig heb. Misschien is dat niet voor iedereen fijn.

Merel

 

 

Visual term 1.

 

Visual term 2.

Voorwoord

‘Maak de schoolmuren rekbaar’ was de titel van mijn betoog bij een bijeenkomst van The New School Collective.
Dit is volgens mij het antwoord op de vraag wat is een school? Deze vraag startte voor mij een actieve zoektocht naar een waardevolle invulling van mijn onderwijspraktijk. Een zoektocht met de poten in de klei. Veel gesprekken over hoe leren werkt, ervaringen delen met en over mede-docenten en studenten en vooral veel didactische ingrepen gewoonweg uitproberen.

Concreet betekent dit dat ik als docent vrijetijdskunde en ondernemerschap aan de Willem de Kooning Academie structureel onze studenten Leisure & Events Management laat leren over, met en in de stad. We gaan de stad in om die te zien en te voelen, we bezoeken musea, pleinen, instellingen en bedrijven. We wandelen en fietsen als onderzoeksmethode en we werken samen met de makers van de stad.

Toen de Comenius beurs op mijn netvlies kwam, zag ik direct de mogelijkheid om mijn visie en experimenteerdrang op te schalen. Met het winnende voorstel Leisure Lab voor de Veerkrachtige Stad haalden we geld en dus vooral tijd op om een jaar lang elke week het projectonderwijs buiten de academie plaats te laten vinden. Uiteindelijk hebben we een heel jaar lang met een volle klas en drie docenten op locatie in de Afrikaanderwijk kunnen werken aan mooie projecten die direct ingebed waren in de stad en tussen de bewoners. We hebben daadwerkelijk bij kunnen dragen aan een ‘lovable and livable city’ als onderdeel van de professionele ontwikkeling van onze studenten.

In de collectie artikelen in deze publicatie kan je de ervaring en uitkomsten (her)beleven zoals ze zijn opgetekend door Linda Ammerlaan die als docent midden in dit experiment stond. Vervolgens heeft zij als onderzoekend producent alle verhalen opgehaald bij de betrokkenen en deze gebundeld in deze publicatie.
Wij houden van de stad, dus ontdek ons hele verhaal door op de letters van LOVExCITY te klikken.

We zijn trots op wat we neer hebben gezet. Vooral ook omdat de de Lab-methode een vast onderdeel is geworden op verschillende plekken in ons onderwijs. Dit Leisurelab010 platform is daar een voorbeeld van. We blijven het werk van onze studenten hierop delen, zodat er een mooie verzameling ontstaat van programma’s. Hiermee laten we zien waar we als opleiding voor staan. (Update Showcases 2021)

Natuurlijk hebben we dit mooie avontuur ontwikkeld en gemaakt met heel veel anderen. Dank voor jullie input en enthousiasme:

Desiree Kerklaan voor de diepgaande pedagogisch didactisch onderbouwingen, Reina Boon voor de kritische reviews en opbouwende commentaren, Dafne Foet voor Leisure verdieping en een onuitputtelijke stedelijk netwerk, Arjen Suiker voor hybrid publishing en technisch ontwerpen en Linda Ammerlaan waarmee ik wekelijks het grote genoegen had om daadwerkelijk onderwijs te maken.

Daarnaast ook alle docenten uit jaarteam 2 van Leisure & Event Management, EMI op Zuid Programma Cultuur met Reinier Weers en Dafne Foet, de mensen van Het Gemaal van de Wijkcoöperatie Afrikaanderwijk en alle lokale organisaties en bewoners.

En tenslotte de studenten die met volle overgave zich met ons samen in dit avontuur hebben gestort. Jullie hebben je vrijwillig aangemeld voor het Leisure Lab en hebben deze onderwijs innovatie mogelijk gemaakt:

Richard*, Tom*, Abigael*, Lana*, Jodi*, Elise*, Eline*, Dyon*, Merel*, Jean Paul, Kinge, Luc, Marieke, Dieter, Maric, Amber, Zoë, Linda, Yaslin, Chelsea, Stefania, Shearey, Daniel, Ivano, Robin, Celeste, Isa, Marit, Alette.

Maarten Jan van ‘t Oever
Comenius Teaching Fellow
Rotterdam, 2019-2020

*uitvoerig gesproken voor deze publicatie
Deze publicatie is vanaf een desktop ook eenvoudig te printen (klik icoontje rechtsboven).

Cruciale momenten

Hoe kijken de betrokken studenten terug op een jaar lang onderzoeken, ontwerpen en maken voor de stad? Wat zijn de cruciale dingen om te doen of juist te laten?

Het project start met de individuele fascinatie van de studenten voor grootstedelijke vraagstukken en hun eigen leisure roots. Vanuit deze fascinatie vormen de studenten een groep en gaan in term 1 aan de slag met het vraagstuk. Ze onderzoeken het vraagstuk en organiseren en testen hun programma. In term 2 wordt dit programma uitgewerkt tot een businesscase. Idealiter blijft een groep het hele jaar met elkaar bouwen aan het programma en de organisatie. Sommige studenten kiezen na term 1 voor een ander vraagstuk of andere groep. Deze keuze moet goed onderbouwd worden en meer zijn dan ‘ik vind mijn groepje niet zo leuk’. Vervolgens kunnen ze zelf solliciteren bij andere groepen.

Van eigen idee naar groeps….

De overgang van individuele fascinatie en vraagstuk naar de groep is belangrijk en lastig, vindt Abigail. De eerste drie weken onderzoek je vanuit jouw eigen leisure roots en fascinatie een vraagstuk. Je zit er helemaal in en dan ga je op zoek naar gelijkgestemden. Het matcht nooit helemaal met alle leden van de groep. Dat is niet erg, maar het zoeken naar een nieuw gezamenlijk vertrekpunt is best lastig. Waar begin je? Je praat veel, loopt samen door de wijk, maar het heeft nog weinig richting. Dit maakt de eerste periode van term 1 traag en weinig energiek. In deze fase is het goed om wat extra tools te krijgen die een boost geven om de groep en de omgeving te leren kennen. Dan krijgt het allemaal net iets sneller vorm. De groep Plaza Cultura liep hier wel echt tegen aan. Abigail suggereert dat het starten vanuit een gezamenlijk interessegebied, zoals bijvoorbeeld kunst & cultuur of nachtleven een beter idee is. Als groep start je dan gezamenlijk en vandaar uit kan je ieders leisure roots en fascinaties inbrengen. Dit geeft dan een persoonlijke kleur. Je bent niet bezig om een compromis te vinden, maar je kunt hierdoor ieders eigen belangrijke aspecten een plek geven.

 

Tool: download kennis en cluster. (IDEO.org)

Meer vragen, regelmaat en gewoon doen

Het is fijn om het proces van vraagstuk naar prototype al een keer gedaan te hebben, aldus Merel. Je weet goed wat je beter kan doen en welke tools je daarbij kan inzetten. Het grote verschil tussen het eerste project en het tweede project is kennis en een afwachtende houding. Het is belangrijk om niet te lang in het ‘papieren’ onderzoek te blijven zitten, maar ga het gesprek aan en probeer uit. Het eerste vraagstuk richtte zich op toerisme op Rotterdam Zuid. Zuid staat niet direct op de lijstjes van reisbureaus. Tenminste nog niet maar met het komend Eurovisiesongfestival in het vooruitzicht en een aantal andere grote activiteiten zoals het streetart festival PowWow! is Zuid meer in trek. Hoe kunnen we een andere kleur toevoegen door ons niet te richten op de massa maar meer op de onbekendere plekken. En voor wie dan. Zo vonden we bijvoorbeeld de botanische tuin en de vogelklas. Het plan was een interactieve route waar je op de locaties de initiatiefnemer ontmoet en iets kan ondernemen. Een proeverij, een mini workshop of rondleiding. Het is niet echt van de grond gekomen omdat het ontbrak aan verdieping voor wie en waarom dit project is. Hierdoor sloten we de eerste term niet goed af en hebben we in de plusweken extra aan het project gewerkt om met een voldoende af te sluiten. Dit is gelukt, alleen was de energie en de motivatie voor het vraagstuk totaal verdwenen en besloten we met dit project te stoppen.

“Daniel belde de VVV op als een Amerkaanse tourist. Hij was erg nieuwsgierig wat er interessant is op Rotterdam Zuid. Ja, want dat had hij van mensen vernomen. De VVV raadde hem het Deliplein, Afrikaandermarkt en Theater Zuidplein aan. Een schammele opbrengst.

 Een vorm van Hidden Design, meer weten bekijk dit filmpje van Afdeling Buitengewone Zaken

Bij het tweede project, Project NIKS, zijn we meer van uit onszelf gestart en de geluiden om ons heen. Namelijk de enorme druk en stress die eronder studenten leeft. Wat kunnen we voor deze groep bedenken, waar komt de ervaring van druk vandaan en welke invloed heeft het niksen? We zijn veel meer in gesprek gegaan met elkaar en studenten. Dit leverde een beter beeld en veel ideeën op. Vrij snel na de start van de tweede term kwam corona om de hoek kijken en werd de uitdaging om het programma om te zetten naar de digitale wereld. Tegelijkertijd leverde deze pandemie een andere druk op bij studenten en andere mensen en gaf dit voeding voor het programma. In no time hebben we alle ideeën omgezet naar online activiteiten en zijn we gewoon gestart. Van een wekelijkse activiteit groeide het programma naar meerdere activiteiten vanuit verschillende lijnen: sport & educatie, creatief en sociaal. Het groepje volgers groeide gestaagd en werd een betrokken groep. Aan het einde van jaar hebben we besloten project Niks te archiveren en niet verder te gaan met het project. Op de website van leisurelab010 is de informatie over het project te lezen.


NIKS men-ta-li-teit
Zelfstandig naamwoord; de; v
Een wijze van denken en voelen. De NIKS mentaliteit gaat uit van het feit dat mensen veel stress ervaren, en dat het eigenlijk niet nodig is om de hele tijd te moeten voldoen aan de hoge eisen van je werk, je omgeving, je sociale media en ook jezlef. De NIKS mentaliteit is een mogelijkheid om terug te komen naar je eigen kern, en vanuit daar in een ‘ik mag en wil dit doen’ mentaliteit te komen. Niet een ‘ik moet dit doen’ vanuit druk of stress of mijn omgeving mentaliteit.

De wereld in

Wat is een goed moment om van je papieren ideeën de wijde wereld in te trekken. Het gewoon te gaan doen. Uitproberen, ook al is het spannend. Bij project Jezelf op Zuid ging de knop om nadat de eerste term niet gehaald was. De voornaamste reden was dat er nog geen prototype was getest. Dit gaf het gevoel dat we niets konden verliezen en alleen maar beter konden. In de plusweken hebben we 3 activiteiten georganiseerd en uitgeprobeerd. De eerste stap was Zoenen op Zuid.

Via social media hebben we mensen opgeroepen om naar Zuid te komen om daar met elkaar te wandelen en te zoenen. Van Maarten Jan kregen we de tip. Als er niemand naar je evenement komt, doe je alsof. Het bleek een gouden greep. Ook de gekozen locatie was een schot in de roos want vlak daarvoor was er het eerste homohuwelijk voltrokken. En de pers pikte ons op. Dit gaf ons vleugels. Na Zoenen op Zuid, gingen we het gewoon doen. We wilden met iedereen praten en belden soms wel 2 mensen per dag. De ideeën zetten we om in activiteiten en bleven met regelmaat en goede content in beeld op instagram. Hierdoor is Jezelf op Zuid echt gegroeid en wisten partners ons vooral te vinden, in plaats van andersom.

Blijf in beeld, on top of mind dan kunnen mensen aanhaken

Elise

Praatje Pot met Zuid door Zuiderwind

 

Corona

Een cruciaal moment bij de pilot van het lab was de start van de pandemie in maart 2020. De prototypes van de studenten waren net aangescherpt naar een businesscase. Ready voor de volgende fase; de echte wereld in gaan en deze veroveren. In no time schakelen de groepen over naar de nieuwe werkelijkheid. De ene groep kreeg grotere vleugels, de andere groep wat minder.

Corona en online les haalde alle energie uit het project. We zagen elkaar minder en konden de podcast niet opnemen. Helaas hebben we Zuiderwind hierdoor niet naar een hoger plan getild. Gelukkig is Richard er later mee doorgegaan, want het is een mooi concept.

Tom

Blog de stad schakelt, het lab schakelt mee

 

 

De stad als leermotor

De pilot van het Leisure Lab is goed bevallen en smaakt naar meer. Zichtbaarheid, kruisbestuiving en de juiste plekken zorgen  voor de brandstof om met elkaar te leren en bij te dragen aan de stedelijke ontwikkeling.

Onderwijs in de stad zorgt dat studenten sneller leren en kunnen aanhaken op de actualiteit. Door wekelijks op een plek te zijn wordt de plek meer eigen. Je ontmoet andere mensen dan wanneer je binnen de schoolmuren blijft. De gesprekken gaan bijna als vanzelf over wat er speelt. Het geeft vertrouwen om de omgeving meer in je op te nemen en van verschillende kanten te bekijken. Je ziet meer en krijgt meer inzichten door er wezenlijk een onderdeel van te zijn. En zeker met de opleiding Leisure & events Management, die zo verweven is met de beweging in een stad, is het niet meer dan logisch dat je leert ín de stad.

Voor de stad levert het frisse energie, nieuwe perspectieven op vraagstukken en tijd en ruimte om te onderzoeken, te ontwerpen en te doen. Een kritische kanttekening bij dit traject is de vluchtige aanwezigheid van de studenten. Ze komen tijdelijk, vinden vaak dezelfde uitdagingen en spreken dezelfde mensen. Deze studenten komen als het ware op visite. Ze  zijn niet langdurig aanwezig. Dit levert wel eens wat irritatie op bij de bewoners. Met de pilot van het lab waar studenten wekelijks aanwezig waren, zag je zichtbaar een sterke verbinding met de wijk. De projecten zijn echt ontstaan uit wat er gevonden is op Zuid; een behoefte, een vraag of een gebrek. De programma’s zijn ontworpen voor en sluiten aan bij de uitdagingen van de wijk. Zoals Tom  stelt: “Zuiderwind kan niet bestaan zonder de creatieve mensen van Zuid”. Of Lana van Jezelf op Zuid: “We kiezen voor Zuid en blijven daarbij”. Het mooie van beide projecten is dat ze ook na de afronding door hun wortels op Zuid nog steeds bijdragen met hun programma’s. Lees hier meer over hun plannen.

Zichtbaar zijn in de stad is belangrijk. Niet alleen voor de aankomende professionals en de dynamiek van de stad, maar ook voor de opleiding Leisure & Events Management. Leisure speelt in de stad. De studenten van Leisure dragen met hun programma’s bij aan een livable en lovable stad. Ze maken praktische vertalingen van complexe uitdagingen en doen dit in samenwerking met lokale stakeholders. De zichtbaarheid van deze samenwerkingen is essentieel en maakt  dat de stad (op termijn) weet wat de opleiding inhoudt en welke betekenis deze kan hebben. Studenten kunnen deelnemen aan denktanks en opdrachten en worden zo een serieuze speler voor stedelijke ontwikkeling.

Zichtbaarheid is een vliegwiel voor meer vragen en durven.

Het Gemaal op Zuid

Het eerste Leisure lab voor een veerkrachtige stad streek neer in Het gemaal op Zuid, een bestaand gebouw voor de community aldaar. Het Gemaal ligt centraal aan het bruisende Afrikaanderplein. De wekelijkse wandeling van het metrostation Rijnhaven naar het Gemaal of een fietstocht vanuit de academie geeft voeding voor onderzoek. Op de locatie zelf gebeurt van alles. Per kwartaal richt een kunstenaar een expositie in. De expositie belicht een aspect van de wijk of gaat in gesprek met bewoners van de wijk.

De marktkooplieden vergaderen er maandelijks. Momenteel zijn zij bezig met de uitdaging van de enorme afval die achterblijft en door de wijk waait. Er is een fietsrepareerplaats en regelmatig zijn er spreekuren voor bewoners, bijvoorbeeld over belasting. Het Gemaal is een gezellige mix van werken en ontmoeten. Het programma en de gebruikers bieden inspiratie voor vraagstukken en voorzien in aanwezige kennis. Door juist op deze plek aanwezig te zijn, ervaren studenten wat een zogenaamd Huis voor de Wijk betekent. Tegelijk zorgen de gezellige reuring en vrije inloop ook voor wat onrustige werkplekken. Niet altijd is er plek bij een stopcontact of ruimte voor een grotere groep. Een mooie uitdaging voor een volgend lab op een bestaande locatie is volgens Elise: “Hoe kunnen we meer zichtbaar zijn en ons mengen, zonder de plek over te nemen als een klaslokaal?”. Dyon oppert dat het mooi is om visueel te laten zien waar de projecten over gaan en wat er is opgehaald. Niet alleen de studenten kunnen meer bij elkaar aanhaken, ook de gebruikers en bezoekers van het Gemaal leren het Leisure lab kennen.

Voormalige pand van Intertoys

Aanvankelijk was het plan om samen te werken op locatie met het programma cultuur van EMI, Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie van de Hogeschool Rotterdam. Programmamakers Reinier Weers en Dafne Foet zagen kansen om in het voormalige pand van een Intertoys speelgoedwinkel aan de Hilledijk een creatieve broedplaats te starten. Een broedplaats waar het onderwijs, studenten van verschillende opleidingen en cultuurmakers van Zuid samen met de buurtbewoners invulling geven aan de ontwikkelingen in de wijk. Het plan van het Leisure lab paste hier naadloos in. De Hilledijk is een lange straat met aan weerszijden winkels. De panden en de buitenruimte zijn gedateerd. Leegstand en een eenzijdig winkelaanbod maken de straat onaantrekkelijk. De komende jaren ondergaat de Hilledijk een metamorfose. De straat krijgt een ander gezicht, de invulling van de buitenruimte en de winkels wordt aangepakt. Hoe krijgt de culturele diversiteit alle ruimte en hoe zet de Hilledijk zich op de kaart? Dit zouden mooie vragen zijn om met studenten onder de loep te nemen. Helaas stagneerden de plannen voor die specifieke plek door de regelgeving voor onderwijs op locatie. De eerste kennismaking met het pand, de straat en de omgeving creëerde meteen al veel energie en ideeën. De studenten zagen het helemaal voor zich hoe het winkelgedeelte en het magazijn in de kelder ingericht konden worden. Beneden in de kelder is ruimte voor een filmzaaltje, een studio of een goed feest. Boven, het winkelgedeelte, creëert zichtbaarheid voor de buurt. Hoe ontwerp je dat mensen binnenkomen? Er werd gedacht aan een buurttafel om samen te kunnen eten of iets te kunnen maken. Studenten wilden een klein podium voor verschillende optredens en een catwalk waar de kleding van de winkels geshowd kon worden. Hoe tof zou het zijn geweest om het programma met andere creatieven samen te stellen en te organiseren? De kruisbestuiving ontstaat op locatie hopelijk vanzelf en het mooie is dat de buurtbewoners en het winkelend publiek makkelijk even binnen kunnen lopen.

Gedroomde samenwerkingen. (illustratie DJK)

Gelukkig waren wij als lab zelf ook veerkrachtig en zijn binnen het netwerk dat we op Zuid aan het uitbouwen waren een nieuwe locatie partner gevonden in het Gemaal op Zuid. Dit werd als het ware ons hoofdkwartier. Ook zijn we nog meerdere keren op wandelexpeditie gegaan tussen deze twee plekken. Uiteindelijk gaat het toch om het creëren van programma in de buurten waar je letterlijk zit. Het gaat om de verbinding die de studenten voelen en aangaan met de lokale bewoners, bezoekers en organisaties.

Andere plekken in de stad?

Het programma van het Leisure lab kan overal neerstrijken. De stad Rotterdam is groot en elke wijk heeft zijn eigen opgaven. Het M4H gebied ontwikkelt zich bijvoorbeeld en legt de nadruk op creatieve industrie, uitgaan en nachtcultuur. Wat kun je betekenen als je iets verder het havengebied induikt?, vraagt Tom zich af. Hoe kun je de loodsen en grote parkeerplaatsen inzetten voor evenementen, zodat de parken in de stad minder overbelast worden? Interessante vragen die ook spelen bij de Rotterdamse politiek. Een ander voorbeeld: ZoHo in Noord ondergaat een metamorfose. Een groot deel van het gebied heeft een nieuwe eigenaar met een nieuwe visie. Hoe wordt die visie uitgerold en verder ingekleurd? De creatieve broedplaatsen Time Window en Mono, naast Doko en bloemenshop Zomers in de Hofbogen, laten de reikwijdte zien van de mogelijkheden van leisure en zijn signalen van de richting waar het gebied naar toe gaat.

Niet alleen de omgeving van locaties, ook de samenstelling van de gebruikers op een plek draagt bij. Een vervolgstap om onderwijs een stevige plek in de stad te geven, is een City Station voor Stadscultuur – de stad als werkplaats als analogie met de Willem de Kooning. Een locatie waar verschillende opleidingen aan de slag gaan met stedelijke vraagstukken, alleen of samen in multidisciplinaire teams. Zo zorg je voor nog meer verschillende perspectieven op stedelijke opgaven en je bundelt kennis over de verschillende expertises en manieren van werken. Voor leisure betekent dit dat de opleiding zichtbaar is in de stad. Mensen weten dat leisure de stad verlevendigt en de stad als podium ziet. Het City Station is dan een motor waar enerzijds de stad, de organisaties en studenten van elkaar leren en anderzijds de studenten helpen met tijd, kennis, ideeën en vaardigheden. Noem het een research & development afdeling voor initiatieven en kleine organisaties uit de stad.

Inspiratie op weg naar een city station zijn o.a. twee projecten. City Circles van de opleiding Man & Leisure van de Design Academy. Studenten gaan naar een willekeurige stad en zetten daar één vierkante kilometer uit. Binnen deze ruimte gaan zij ontwerpen en maken programma voor de stad. Een ander project is DAI Roaming Academy (Artez). Zij verplaatsen hun onderwijs door de stad. Hoe mooi zou dit zijn als het onderdeel is van de practices, waar multidisciplinaire teams van verschillende opleidingen werken vanuit het hoofdthema: commercieel, autonoom of sociaal. En dat electives en minoren eromheen geprogrammeerd zijn.

Meer weten over de andere stations? The Stations are places where you can explore the viability of your ideas and turn them into fully-functioning creations…

 

 

 

Leisure, livable & lovable

Hoe zien studenten de bijdrage van leisure aan een livable en lovable stad? En hoe dragen zij daaraan bij. Met het lab midden in de stad kreeg het begrip meer lading en de pandemie deed er een schepje bovenop.

Leisure is naast een grote sector, ook een abstract begrip. Het gaat over de beleving en invulling van vrije tijd. Van de behoefte tot consumeren, de kunst van het niksen, jezelf ontwikkelen of samen met andere iets moois beleven.  Door met het leisure lab in een wijk aanwezig te zijn, diverse mensen te spreken, initiatieven te bezoeken en plekken te ervaren, krijgt het begrip leisure meer betekenis en kleuren.

Dyon benoemt leisure als ontzettend belangrijk voor een stad. Nu covid-19 roet in het eten gooit, merkt hij het helemaal. Er is niets meer te beleven, maar iedereen snakt naar vertier. Leisure geeft plezier aan de stad. Het samen buiten kunnen zijn of samen iets kunnen ondernemen is fundamenteel om je goed te voelen. Het is even iets anders dan school of werk. Zelf vindt hij het ook belangrijk dat je naar een andere plek kunt gaan, even buiten je eigen huis kunt zijn om een andere sfeer te proeven. Dit is niet alleen fijn voor jezelf, merkt hij op, maar ook voor de relaties in jouw huishouden. Alleen al door de stad fietsen, geeft creatieve input. De coronaperiode maakt nog bewuster wat leisure doet.

Samen de stad ontdekken op de fiets? Op de instagram van Leisure Ride Out vindt je leuke tips en routes.

Voor Abigail is leisure een memorabele beleving. Iets wat je blijft onthouden. Vaak staat zo’n ervaring voor haar in verbinding met mensen die dezelfde waarden hebben. Ze noemt bijvoorbeeld een vriendengroep of een groep die vanuit dezelfde creatieve waarden leeft. Leisure is alles wat je plezier geeft of iets leert naast je normale routine, vult Jodie aan. Of het nu een wandeling in een stadspark is, een lekker bakkie koffie halen bij een leuk plaatselijk tentje of een bezoek aan een muziekvoorstelling. Leisure is voor haar dat wat je in staat stelt om in verbinding te zijn met de omgeving en de mensen om je heen. Bij ons project Plaza Cultura waren we getriggerd door het culturele aanbod voor jongeren en de mate waarin zij gebruik maakten van dit aanbod. We zagen hier verbeterpunten voor de zichtbaarheid, de rol van de docenten en start met een kennismaking binnen het onderwijs. Als je niet weet dat het er is, en dat het ook voor jou is, dan maak je er nog geen gebruik van. Dit zagen we bijvoorbeeld bij het project Meemakers. Leerlingen van het vmbo stellen samen met studenten van de opleiding beeldende kunst en vorming een cultureel programma op om met elkaar te ondernemen in de stad. Ze maken kennis met het culturele leven en voor sommige jongeren is dit vaak een eerste keer. Meer weten over Meemakers?

Onderzoek in de stad verandert het begrip van leisure

Merel

Het blijft lastig om in het kort een duidelijk beeld te schetsen wat leisure allemaal is en kan bijdragen. Voor Merel krijgt het begrip leisure steeds meer diepgang. Leisure zijn georganiseerde activiteiten, groot en klein, waar mensen van kunnen genieten en nieuwe dingen kunnen ontdekken. Denk aan festivals, theatervoorstellingen, exposities in musea, lezingen, een stadswandeling enzovoort. Het zijn activiteiten die energie geven, ook aan een stad. En leisure kan inspelen op maatschappelijke uitdagingen, zoals bijvoorbeeld gentrificatie. Op Rotterdam Zuid is er veel beweging van het vertrek van huidige bewoners en het komen van nieuwe bewoners. Zij kennen elkaar niet maar delen samen de buitenruimte. Hoe kan je in een project de bewoners elkaar laten ontmoeten, kennismaken en samen iets laten beleven? Leisure kan een stap zijn om de plek samen een nieuwe betekenis te geven. Bij project Niks is onderzocht hoe leisure kan helpen bij het verminderen van prestatiedruk. In een aantal online events is gezorgd voor meer bewustzijn over prestatiedruk, sportieve ontspanning en sociale interventies. Zo maakten deelnemers kennis met de NIKS mentaliteit: Laat ‘ik moet dit doen van…’ los en creëer een mentaliteit van ‘ik wil dit en dat mag ook.’ Meer weten over het project Niks: lees

 

Video: Pitch Niks

Leisure zorgt dat iedereen zich thuis kan voelen in de stad

Elise

Voor Elise zit de bijdrage van leisure in grote en kleine dingen. Jezelf op Zuid zag dat er geen uitingen en uitgangslocaties zichtbaar waren voor homoseksualiteit op Rotterdam Zuid. Bij één van de eerste projecten van Jezelf op Zuid is een ontmoeting georganiseerd die Zoenen op Zuid heette. De activiteit stond in het teken van samenkomen en zichtbaar zijn. Het is belangrijk te laten zien dat er een homo-gemeenschap is op zuid en dat deze ook geaccepteerd wordt. Vergelijkbare activiteiten waren #handinhand door Feijenoord en #knuffelenopkatendrecht. Zoenen op Zuid is iets kleins en iedereen kan het organiseren. Iedereen kan dus iets maken in de stad. Het hoeft niet persé heel groot te zijn.

Nachtcultuur heeft enorme waarde

Tom

Als Richard denkt aan de bijdrage van leisure aan een livable en lovable stad, dan ziet hij alle componenten die bij een cultuur horen. Bijvoorbeeld bij de nachtcultuur. Niet alleen dragen clubs en muziekpodia bij, ook platenzaken als Oorzaak en Clone vormen het DNA van een bepaalde cultuur, een community. Hij tipt om nog meer op zoek te gaan naar andere componenten als fashion, grafisch design, performances en speciale locaties. Om er vervolgens een vergrootglas op te zetten. Wat zie je dan? Voor zijn stage bij de Nachtraad heeft Tom de enorme waarde voor het nachtleven ervaren. Hij sprak met veel verschillende mensen uit verschillende subculturen. Eén ding hadden zij zeker gemeen. Iedereen mist het nachtleven. Niet alleen de muziek en het drinken van bier maar vooral ook het ontmoeten van nieuwe mensen en het opdoen van inspiratie. Het is echt een gemis en dat merk je heel goed als je het gesprek aan gaat.  Meer weten over de Nachtraad?

Beide heren zijn ook meer gaan kijken naar de invloed van de publieke ruimte op de leisure beleving. Welke invloed heeft bijvoorbeeld de publieke ruimte op onze beleving? Denk aan M4H. In dit gebied is veel creatieve maakindustrie en ligt steeds meer de nadruk op uitgaan en het nachtleven. Kunstenaar Joep van Lieshout is er gevestigd, er staan beelden van hem. Grote muurschilderingen van Rewriters010 pronken op de muren van de loodsen. Elke hoek van de wijk is net weer anders, maar alles bij elkaar draagt bij aan een totaalgevoel.

Het keuzevak Walk the talk gaat hier echt op in. Vanuit twee grote stedelijke thema’s inclusie en diversiteit was de opdracht was om te onderzoeken in hoeverre Richard en zijn medestudenten zich verbonden voelen met de stad en hoe de stad hen vertegenwoordigt. Wat maakt dat nu en hoe kunnen we een nieuwe invulling geven voor inclusievere openbare ruimte? De beste initiatieven krijgen een plek bij MOMO festival. Dit festival gebruikt de stad in zijn diversiteit als podium. Met guided tours en bijzondere slaaplocaties leer je de stad anders kennen. Een nieuwe invulling geven voor inclusievere openbare ruimte kent een mooi voorbeeld dat past bij thuiskomen in de buitenruimte: Happy streets.

 

Walk the Talk

‘If we change the way we look at things, the things we look at change.’ – Dr. Wayne Dyer

Walk the talk is een lessenserie in samenwerking met MOMO festival waarbij studenten aan de slag gaan met de vraag: in hoeverre zij zich verbonden voelen met de stad en hoe die stad hen vertegenwoordigt. Ze krijgen de ruimte dit te onderzoeken en te bevragen aan de hand van workshops waarbij de vraag: wat ‘diversiteit en inclusie’ betekenen centraal staat. Ieder mens is anders. Diversiteit is dus een onvermijdelijk aspect van mens-zijn. Toch leveren onze verschillen in de wereld van vandaag regelmatig ongelijkheid en conflict op. Hoe kunnen we diversiteit zó benaderen dat we de kracht ervan kunnen ervaren? Het doel is opnieuw invulling te geven aan de openbare ruimte, waarbij MOMO festival het speelveld vormt. De beste initiatieven worden onderdeel van het MOMO festival.

Delen is key!

Sharing is caring! Veelvuldig vliegt deze uitdrukking over het internet. Het delen werkt niet alleen om meer mensen te betrekken of aandacht te vragen voor een goed doel. Ook voor het ontwikkelen van projecten is het delen van informatie een belangrijk ingrediënt. Alle studenten zeggen hetzelfde. Delen is key!

Als je deelt, krijg je meer inzichten!

Jodie

Blijf praten over wat je denkt, wat je vindt en wat je ideeën zijn. Jodie heeft dit echt meegenomen vanuit het project naar haar stage. Bij projectgroep Plaza Cultura was iedereen lekker bezig met eigen dingen uitzoeken en bedenken, elk een beetje op zijn eigen eilandje. Dat is wel leuk, maar het levert meer op als je deelt. Nieuwe inzichten bijvoorbeeld, of dat alle ideeën tezamen een groter geheel vormen. Terugkijkend op het proces bij het lab, hadden ze dat meer bij project kunnen doen.

Geef meer structuur aan het delen

Eline

Video: showcase Jezelf op Zuid.

 

Het delen in de klas is belangrijk en fijn, vindt Eline. Je leert van elkaar en bent op de hoogte waar iedereen mee bezig is. Alle groepen hebben een ander proces en een andere werkwijze. Soms werd er onderling tussen groepen gedeeld, in een soort speeddate. Deze zorgde altijd voor nieuwe input. Maar met de héle klas delen was niet altijd even vruchtbaar. Misschien dat een structuur helpt het minder vrijblijvend te maken, suggereert Eline. Bijvoorbeeld door op gezette tijden in het programma een minipresentatie voor te bereiden voor de hele groep waarin de andere studenten een duidelijke rol hebben. Of in kleinere groepen te delen, zoals bij stage van jaar 3. In een sessie van 8 – 10 studenten wordt besproken wat iedereen de afgelopen periode heeft gedaan. Hoe heeft ieder het  aangepakt en waar wordt tegenaan gelopen? Iedereen geeft elkaar goede tips en stelt vragen.

Intensief sparren is een meerwaarde

Merel

In het lab zijn veel momenten ingericht om te delen. Voor Merel werkt dit heel fijn. Het is echt een meerwaarde van het lab om zo intensief met elkaar te praten en te sparren. Zowel in de één op één sessies met begeleidende docenten, als in de onderlinge uitwisseling met andere groepen. Het levert meer kennis op en het geeft vertrouwen. Een andere mooie manier is samen aan de slag te gaan met een opdracht. Het delen van de ervaring en de verschillende manieren van kijken, geven een waaier aan ideeën. Een van de opdrachten is Merel daardoor echt bijgebleven: The ‘Eye Level Game’ van STIPO. Met de groep werd de Hilledijk vanuit verschillende perspectieven in kaart gebracht: de gebruikers van de straat, de invulling van de buitenruimte, de karakteristieken van de straat. Deze opdracht dwong de groep om totaal anders naar de omgeving te kijken en meer te verdiepen door de intensiteit van het samen ontdekken.

Delen is ook contact maken

Maarten Jan

Delen is veel luisteren en samen delen in een leer community is te gek, vindt Maarten Jan. Student en docent wisselen uit en leren van of zijn verrast door de vondsten van de ander. Hij leest veel, ziet veel dingen of komt dingen tegen. Vaak denkt hij dan: “Oh, dat is echt iets voor die persoon”. Met een leuk berichtje waarom het interessant is, deelt hij zijn vondsten. Dan is het niet alleen delen, maar ook contact maken.

 

Video: eerste Showcase in Fenixloods.

 

Gedurende het hele jaar zijn er een aantal momenten ingericht om de projecten te delen met de andere klassen en met de buitenwereld. Deze momenten zijn echt fijn om naar toe te werken, zegt Richard van Zuiderwind. Het geeft houvast en extra motivatie om een toffe presentatie te maken. De setting zorgt voor het gesprek over het proces en het project. Dat was zichtbaar bij de eerste showcase in de Fenix loods, waar alle prototypes te zien waren. Zo’n middag legt de lat hoger en hier mag wel meer de nadruk opkomen.

Je zet je doel op scherp als je het aan een ander moet vertellen.

Eline

Hoe stap je met het project de wereld in? Is de boodschap helder en is er een duidelijke business case? Tijdens een zogeheten Dragon’s den, pitchte alle groepen hun project en kregen zij feedback van professionals. Zo’n middag werkt goed om het eigen project op scherp te zetten, maar ook om te leren van de pitches en feedback van andere groepen. Dit geeft vertrouwen om echt de wereld in te stappen.

 

Leisure Showcase Festival opening op Zoom.

 

Het laatste showcase festival moest door corona digitaal. Toch kijken de studenten terug op een geslaagd Leisure Showcase Festival. Het was tof om te zien dat alle groepen van jaar 2 via verschillende kanalen hun programma’s lieten zien en horen. Het publiek kon van het ene kanaal naar het andere kanaal ‘lopen’. Uiteindelijk waren er zo’n 100 bezoekers die deelnamen, via zoom, insta live of teams. De reacties waren goed. Toch zien we elkaar liever live, mijmeren Tom en Richard: “Wat nu als we in een grote loods het showcase festival organiseren, zo tegen het einde van de middag richting de avond. Rond borreltijd is er voldoende mogelijkheid om te netwerken en alle showcases te bekijken. Langzaam loopt het showcase festival over in een grote party om samen de zomervakantie in te luiden”.

 

Video: showcase ZUIDERWIND

 

Delen is echt key! Als het aan de studenten ligt, wordt nog meer gedeeld in grote en kleinere groepen, zijn de werkvormen verschillend en wordt er gewerkt met een duidelijk doel. Misschien is er meer ruimte om klassikaal de wijk te verkennen of samen events te bezoeken, zoals de talkshow. Echt welkom is bovendien het delen van inspirerende initiatieven, projecten of eigenaardige theorieën. Bijvoorbeeld in een app. Zo activeer je het brein anders en dat motiveert om er in te duiken, aldus Richard.

Presenteer jullie concept in 1 minuut

Het is best lastig om in een korte en krachtige manier een concept uit te leggen aan iemand die jullie nog niet kent.
En live jouw concept uitleggen, is toch anders dan digitaal.

 

Video: pitch UNDRGRND.

  1. Maak per teamlid een korte videoboodschap waarin je uitlegt wat je concept is.
  2. Bekijk elkaars video en wees kritisch. Komt de boodschap over?
  3. Maak met elkaar de allerbeste tweede versie op basis van alle kritische input, kies de beste vorm en voor wie?
    Bijvoorbeeld aan potentiële geldschieters, nieuwe samenwerkingspartners, een specifieke doelgroep. En bepaal hoe je dit naar buiten brengt.
  4. Via  een videoboodschap op jullie Instagram, of kies je ervoor het script te gebruiken bij een videogesprek, of maak je er een storie-vorm van voor op Facebook of Instagram of gebruik je whatsapp als kanaal of ……..
    Verspreid je beste versie