Didactische evaluatie

Didactische evaluatie

Live at

Werken met Lab methode heeft project based onderwijs positief geinspireerd. De verschillende momenten van Showcases heeft student, docent én professional veel geleerd over lokaal leren. Het showcase festival heeft veel complimenten van de professionals en de studenten opgeleverd. Het wordt zichctbaar dat de LAB-aanpak de cultuur van de LEM student heeft beinvloed, richting vraagstukken die beter passen bij hen, de gebruiker en aansluiten op de WdKA-cultuur. “De vraagstukken blijven op de agenda (met inclusiviteit bovenaan), maar het is een kracht dat studenten onderwerpen kiezen waar ze achter staan.” Dit en en nog veel meer bespraken we met docenten die meewerkte aan het experimentele Leisure LAB.

Opzet

“De lange lijnen in term 1 en 2 loopt goed; van kickoff naar bezoeken, studiereis, panelsessies, leisure showcase etc  Daarbinnen vooral kwaliteit versterken.”  Ook voor de docent was het een leer-curve. Doordat we allemaal aanwezig zijn bij een dag lang Leisure Showcases (jaarbreed), vraag je je scherper af: “Wat maakt nu een goed programma?”

Praktisch kan LeisureLAB nog uit de kinderschoenen groeien. Hier een greep uit de opmerkingen die we terug kregen van de docenten die meewerkte.

  • De kaders en mijlpalen hebben we onderweg veel bepaald. Dit nu wel vastleggen van te voren.
  • Kickoff was goed op Noord en Zuid. Afwisselend. In de stad. Toffe partners.
  • Ingrediënten versterken zoals unconference, business case, panelsessie.
  • Leisure roots verder op persoonlijk niveau uitwerken (zie verder op met persoonlijke focus) kunnen we docent term 1 doorzetten op term 2? Wissel lijkt niet goed voor gezamenlijke leerproces.
  • Rijkheid aan onderwerpen voldoende zoals impactscan etc. Wel goed kijken of het tijdig in het programma staat. Doorontwikkelen van:
  • Communicatielijn  praktischer, toegepaster.
  • Ontwikkelen partnerships beter ondersteunen, vooral stellen van juiste vragen naar mogelijke partners en aanbieden van relevante programma’s. Wat is de waarde van het samenwerken of zelfs co creëren
  • Scherper op maken programma. Inhoudelijk en vormgeving etc. Vooral ook aanwakkeren van experiment.

Een andere aanvulling was dat het de noodzaak bloot legt om scherper te wijzen op ‘begrijpen’ en ‘verdiepen’ van het veld waarin de student zich beweegt. Snap wat  je programma te weeg breng… voor wie, hoe werkt dat in de context van  geschiedenis, en waar gaat dat in de toekomst heen? Dit mogen we beter in de ondersteunende didactiek verwerken. Als er voorbeelden worden gevonden, deze ook weer samen analyseren, kwaliteit en innovatie benoemen. En dan verder verdiepen. Ook heeft het te maken met kijken naar de wereld, naar het veld. Kunnen we studenten meer meenemen in leren kijken? Durven buiten mainstream te kijken. Dit willen we ook afstemmen met jaar 1 (samen op een lijn). En ook jaar 3.

Het veld komt dichterbij

“Hangt het durven ‘spelen’ in het veld, ‘experimenteren’ met het onderwerp samen met weten wat een producent is?” vraagt een docent zich af. Hij ziet ook de noodzaak om verder in te gaan op wat de rol van een LEM-er is. Meer focus op het bouwen van de organisatie en uitbesteden/samenwerken met derden voor het maakonderdeel. Benadrukken wat je individuele kracht is als LEM-er. Gastsprekers kunnen daarbij helpen, zij zijn kandidaat voor een hero-status. Dat kan dit onderwerp helpen groeien (dus houden: kickoff, panel, showcase etc). “Aanbeveling is om op voorhand een longlist te maken met eventueel strategische partners uit vraagstukken en ook vanuit functie (productie, communicatie, programma). Ook budget voor reserveren.”

Uit gesprekken nav Leisure Showcase (twee keer een jaarbrede tuseenpresentatie) kwam heel veel. Dit waren de momenten waar veel geleerd werd op meta niveau. “Kunnen we hier meer versies van inzetten?” De afsluiting met Leisure Showcase (waar we ook weer het veld uitnodigde) is een mooie vorm van toetsend leren. Het gevoel was in dit geval echt alsof je op een live congres was. “Zelfs jammer dat we dan als docent moesten splitsen tussen bezoeker en docent rol. We wilden alles zien, maar ook onze eigen teams feedback kunnen geven.”

 

Samenwerking team

Op het moment van het experiment is theorie nog gescheiden van het project. Die modules pikten vrij veel tijd af van project. Aanbevelingen over een andere afstemming, planning, plaatsing, etc, heeft inmiddels plaatsgevonden nav van LAB. Samen met de theorie docent kan nu gewerkt worden aan een completer project. Waar ruimte is voor dralen bv wbt keuzes groepen en de actualiteit. Daar zat veel kracht en intrinsieke motivatie.

Het was moeilijk om allemaal altijd 100% er voor te gaan met de ontwikkeling die in LAB-team plaatsvonden.  Hoe verdelen we workload? Waar komt innovatie vandaan? Wie moet hier aan werken? Afgelopen jaar kwam veel uit LAB (MJO/LA/DK). Hierdoor kwam er af en toe frictie tussen teamleden. Bij een groot team (gemiddeld 9 docenten op 4 klassen) die gezamelijk éen project begeleiden intern en extern, moet er des te beter afgestemd worden.

  • Hoe kunnen we samen een omgeving bouwen waarin we eerlijk, snel en inhoudelijk kunnen discussiëren om zo goed en tof onderwijs te maken?
  • Expliciet maken van onderliggende overtuigingen; visie op onderwijs, visie op student, visie op opleiding, visie op maatschappelijke/stedelijke bijdrage, op wkda En ook studenten hierbij betrekken (zie ook leisure roots)

 

Feedback of effect -beoordeling?

Tijdens concepting groeit het belang van feedback, maar praktische instrumenten om de werkzaamheid te meten, blijven vaag. In de Designers Accord Toolkit met de titel ‘Integrating Sustainability into Design Education’ staat: “…we zijn voorstander van de integratie van strakke feedbackloops voor zelfreflectie en evaluatie als een cruciaal onderdeel van design. Wij pleiten ervoor dat meten in het proces wordt geïntegreerd en niet als externe evaluator wordt gebruikt.” In IDEO’s ‘Human Centered Design Toolkit’ moedigen de auteurs lezers aan om een ​​leerplan op te stellen, indicatoren te volgen en resultaten te evalueren. De auteurs benadrukken: “Zonder een goede inschatting van de impact die een oplossing heeft gemaakt, is er vaak niet genoeg informatie over de richting of doelen voor de volgende ontwerpronde.”
Het is misschien laveren tussen onmiddellijke projectgebaseerde resultaten en de behoefte aan evaluatiestrategieën op lange termijn. Wat nog maar eens aangeeft hoe belangrijk het is als om docent genoeg ervaring en gevoel voor het veld te hebben.

Communicatie naar de student tot zover:
De doelen, je groei daarin en het actief meedoen aan de opdrachten zijn de criteria en worden op de volgende wijze beoordeeld.

Tijdens de bijeenkomsten zal de docent tijdens verschillende feedback sessies de voortgang bespreken met de studenten/groepen. Hierin wordt besproken of het opgegeven werk gedaan is, waar je als groep tegen aan loopt, wat je nodig hebt, of de deliverables geleverd zijn, etc.

De nadruk ligt op handelen, reflectie, inzicht, groei én opleveren producten. Na aanleiding van dit voortgangsgesprek zal de docent een indicatie geven van het voortgangsniveau Deze feedback wordt vervolgens meegenomen in de eindbeoordeling.

Formatieve beoordeling

Terugblik op vorige gesprek en gemaakte afspraken Wat is de rol van de fysieke omgeving binnen het vraagstuk? Welke vraagstuk(ken) zijn centraal binnen team? Welke impact willen jullie hebben op het vraagstuk? Hoe zou je jullie organisatie (onderneming) typeren? Welke interventies/events/ingrepen zien jullie voor je? Deliverable: Programma vastgelegd?

Hoe verloopt de samenwerking, de communicatie en het projectmanagement?

Feedforward, afspraken en indicatie niveau:

Beoordelingscriteria:

  • Feedback voortgang 2 toegepast
  • Samenwerking
  • Communicatie
  • Project Management
  • Globaal programma incl. planning
  • Experience ontwerp van de interventie op basis van programma
  • Uitvoering uitwerking (operationeel, gebruikers, plaats)
  • Ontwikkeling van verschillende mogelijke uitvoeringsprogramma’s

Eindproduct

Samen wordt er teruggekeken naar de verschillende voortgangsgesprekken en de ervaringen met het ontwikkelen en uitvoeren van het programma. Hoe verliep het? Welke groei is er gemaakt? In hoeverre is er gewerkt vanuit eigen verdieping en commitment? En in hoeverre is er gehandeld op basis van feedback, reflectie en verbetering? In hoeverre is er waardevol gewerkt aan het hoofddoel “Je kunt op basis van onderzoek en met behulp van creatieve denktechnieken in samenwerking met anderen tot ideeën en uitvoeringen komen” (zie Mywdka voor overige leerdoelen)

Deliverable: projectsamenvatting wordt meegenomen plus alle relevante onderliggers zijn snel en toonbaar beschikbaar tijdens het gesprek (scrapbooks, archief, producten, evaluaties, etc).

Beoordelingscriteria

  • Groei tijdens voortgangsgesprekken
  • Verwerking formatieve feedback
  • Programma (alle interventies) plus bewijslast (uitvoering film, geluid, beed)
  • Evaluatie op programma
  • Benoem mogelijke Impact
  • Presentatie tijdens expositie
  • Toekomstbeeld

Beoordeling:

Deskundig: het resultaat is ontstaan vanuit een heroverweging van de gestelde criteria
Gevorderd: het resultaat ontstijgt de gestelde criteria
Bekwaam: het resultaat voldoet aan de gestelde criteria
Nog niet bekwaam: het resultaat voldoet niet aan de gestelde criteria

 

Projectgebaseerde feedback is iig goed bevallen bij de studenten. Uitkomsten vragen om verdere uitwerking met indicatie niveaus. Het huidige systeem (Osiris) wil nl weer cijfers ingevoerd zien, wat een verkeerde impressie van denken in 10/100 punt schaal geeft. De steeds gehanteerde indicatieve ‘letters’ gaan over groei. Kan dit NNB/B/G/D zijn of moet het O/V/G/U worden?

redactie: Desiree Kerklaan (LeisureLAB)